Bij ons Juliet hadden wij één mobiel. Een exemplaar dat zowat iedereen die niet met Montessori bezig is wel in huis heeft: als je het opwindt, draait het rond en hoor je muziek. De houder van deze mobiel gebruiken we nu ook, maar zonder de oorspronkelijke mobiel.
In de plaats daarvan heb ik er tot nu toe al twee zelf gemaakt, gebaseerd op de mobielen die door Montessori worden aangeraden voor pasgeboren baby’s. Die maken deel uit van een vaste volgorde: een mobiel met zwart-wit contrast (Munari), één met drie ruimtefiguren in blauw, geel en rood (octahedron), vijf bollen die omwikkeld zijn met draad in verschillende tinten van één kleur (gobi) en de “dansers”.
Deze geven een kind op elk moment wat het nodig heeft: in het begin kunnen ze enkel contrasten zien, daarna ook kleuren en ingewikkeldere vormen. Wanneer ze meer controle krijgen over hun handen en voeten zijn er weer andere mobielen die gebruikt worden zoals bijvoorbeeld een belletje aan een elastiek. Je gebruikt de mobielen dus telkens wanneer het kind klaar is om iets nieuws te ontwikkelen of leren.

Een Montessorimobiel is ook heel eenvoudig opgevat: het draait niet rond, heeft geen muziekje dat meespeelt en het hangt ook niet op zo’n hoogte dat het kind het of niet ziet of het niet kan aanraken. Het zorgt ervoor dat er geen overprikkeling is én dat het kind zelf uitgedaagd wordt om zich te concentreren en eventueel iets te doen.
Zoals ik eerder al aanhaalde, heb ik de twee mobielen die we nu gebruiken zelf gemaakt. De ene is geen typische Munari, maar is erop geïnspireerd. De andere is wel de typische octahedron, die ik maakte met deze tutorial. Beide mobielen vindt ons Louise nu nog interessant dus blijven die nog in de running. Aan de Gobimobiel moet ik heel dringend beginnen want die zou ik ook graag zelf maken én binnenkort introduceren.