Zeg eens wat minder “nee”

Zeg eens wat minder “nee”

In mijn online cursus Montessori thuis had ik het er onlangs nog over: wat minder “nee” zeggen tegen onze kinderen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan want het floept er vaak uit. Hoewel ik grote voorstander ben van het volgen van je gevoel en intuïtie, wil ik dat in dit geval tegenspreken.

Misschien moet ik eerst zeggen dat het soms wel degelijk nodig is om nee te zeggen. Als je kind zelf in gevaar is of op het punt staat iemand anders pijn te doen bijvoorbeeld. Op zo’n momenten moet je gewoon heel snel reageren en is een nee zeker en vast op zijn plaats. Het punt is dat zo’n situaties maar een klein percentage zijn van de situaties waarin we nee zeggen. Meestal remmen we onze kinderen af op heel andere momenten zonder ons ook maar een seconde af te vragen of dat wel nodig is. Als je jezelf de vraag stelt wat het probleem is, gaat het antwoord vaak hetzelfde zijn: er is geen probleem.

Die eerste reactie komt natuurlijk van ergens. De manier waarop wij allemaal zijn opgevoed, is er vaak ééntje van controle. Geen kritiek op onze ouders; zij deden uiteindelijk ook maar wat ze dachten dat goed was en wat er in die tijd geldend was. Onze maatschappij is op dit moment trouwens ook nog niet (helemaal) mee in het opgeven van controle over kinderen. Dat maakt dat die nee er soms heel snel uit is.

En toch… Ik zou je willen uitdagen om de volgende keer dat je het voelt komen, jezelf eerst eens volgende vragen te stellen:

  • Is het echt een probleem als hij dit doet/aanraakt/…? Kan er iets stuk gaan of kan hij zich verwonden? En voordat je ja antwoordt: kijk eerst eens hoe je kind er op dat moment mee omgaat. Wanneer een kind op een rustige manier met de gordijnen speelt om zich te verstoppen, is dat dan echt zo erg? Wij hebben veel ramen thuis. In het begin zat ik de hele tijd te zeggen dat ze er niet aan mocht komen. Ik ben ermee gestopt. Ja, we hebben vaak vette vingers of handen op het raam. So what? Ik stoor me absoluut niet aan vieze ramen en zie er geen problemen in. Alleen de eerste dag nadat ze gepoetst zijn, zeg ik er nog iets van. 😉
  • Is het echt gevaarlijk? Daar ligt iedereen zijn grens natuurlijk anders. Is het gevaarlijk om op een ladder te klimmen? Ja, de kans bestaat dat ze eraf valt en haar arm breekt. Langs de andere kant zijn er weinig kinderen die in hun kindertijd niets breken (al ben ik er wel één van). Ik herinner me mijn podcast nog met Steven Gielis vorig jaar waarin hij vertelde dat je zelden tot nooit een krantenartikel leest waarin staat dat er een kind overleden is in een speeltuin. Dat hou ik sindsdien in mijn achterhoofd. Daardoor heb ik al gemerkt dat kinderen vaak zelf weten wat ze kunnen en wat niet. En uiteraard schatten ze zichzelf wel eens hoger in dan het in werkelijkheid is, maar daar leren ze dan weer uit. Er zijn natuurlijk wel dingen die écht gevaarlijk zijn: de straat alleen oversteken wanneer het over een jong kind gaat, naast een treinspoor of een drukke weg spelen, stopcontacten …
  • Waarom zeg ik nee? Uit gewoonte? Omdat ik me er niet comfortabel bij voel? Ik persoonlijk zeg nee en houd voet bij stuk wanneer het over de veiligheid van iemand of iets gaat. Daarbuiten kan er veel en kom ik ook regelmatig terug op een nee. Dat gebeurt vaak nadat ik haar gevraagd heb waarom ze iets wilt of doet. Als ze dat dan uitlegt, kan ik er vaak begrip voor opbrengen en pas ik mijn nee aan. Even wat concrete voorbeelden: ze is al meer dan één keer in pyjama naar buiten gegaan omdat ze daar zin in had. Als ze geen jas wil aandoen, doet ze geen jas aan ook al is het, volgens mij, koud buiten. Als ze haar regenlaarzen wil aandoen ook al is het kurkdroog en 25 graden, dan doet ze haar regenlaarzen aan. Soms zeg je ook nee omdat je je er niet comfortabel bij voelt. Als je bang bent dat je hele huis onder de verf komt te zitten bijvoorbeeld. Of omdat je bijvoorbeeld echt naar huis moet en geen tijd hebt om nog een rondje speeltuin te doen. Dat kan en mag natuurlijk. Het ding is alleen: dat is jouw gevoel en in principe dus jouw probleem, niet dat van jouw kind(eren).

Stel dat je na die vragen nog altijd zeker bent dat je iets niet wilt. Er zijn een paar manieren waarop je dat duidelijk kan maken aan je kind.

  • Geef een alternatief. Door het potlood waarmee ze op de muur tekent, af te nemen, weet ze niet wat ze dan wel kan doen. Zeg in plaats daarvan dat ze kan tekenen op papier en ga er samen met haar één nemen. Een kind dat wil slaan of stampen, kan je een kussen aanbieden.
  • Leg uit waarom iets niet kan. Pas de uitleg een beetje aan aan je kind, maar leg het wel duidelijk uit. Stel dat hij een scherp mes vast neemt. Leg uit dat jij het niet had mogen rondslingeren, maar dat hij er niet mee kan spelen. Dat hij zich eraan kan verwonden.
  • Durf van gedacht te veranderen. Soms zeg je “nee”, maar weet je daarna eigenlijk niet goed waarom. Durf dat ook tegen je kind te zeggen. Je geeft op die manier ook een goed voorbeeld. Leg uit dat je je vergist hebt en dat het wel in orde is om iets te doen.
  • Omarm de grote gevoelens. Een “nee” kan bij je kind verdriet, woede, frustratie… oproepen. Dat is normaal en gezond. Omschrijf dat je begrijpt dat het moeilijk is voor haar en dat ze boos, verdrietig, gefrustreerd mag zijn. Blijf zelf kalm, maar ga het conflict niet uit de weg. Teleurstelling hoort bij het leven en ze moeten daar ook door.