Frustraties – peuter week 26

Frustraties – peuter week 26

Frustraties, ze zijn alom tegenwoordig bij onze peuter. Sokken uitdoen, een kast openmaken, met de fiets rijden en vast komen te zitten, een stoel verschuiven, de tandpasta opendoen … Allemaal dingen die nog niet altijd (direct) lukken. Maar ook: op de trampoline willen en niet mogen (wegens hoge trampoline en geen net), naar een scherp mes grijpen en het weggenomen zien worden, niet meer dan één chocolaatje krijgen, in de autostoel moeten gaan zitten …

Genoeg redenen dus om regelmatig enorm gefrustreerd te zijn. Dat kan, dat mag, dat hoort erbij. Zonder frustratie kan er geen leren zijn. In The Montessori Toddler (ook een Nederlandstalige versie) staat het zo verwoord:

The struggle is important. The child will enjoy mastering activities that are hard enough to provide a challenge, but not too difficult that they give up easily. We can wait until they are about to give up and, as before, we step in to give a small amount of assistance and then step back again.”

Simone Davies in The Montessori Toddler

Het is niet gemakkelijk om te kijken en af te wachten, om je kind zelf te laten proberen. Heel vaak helpen we, goed bedoeld, te snel. Ik ga soms letterlijk op mijn handen zitten om het niet over te nemen. Wat kan je voor de rest nog doen?

  • Benoem de frustratie. Observeer ondertussen waar de frustratie vandaan komt. Bekijk of je er in de toekomst iets aan kan doen.
  • Vraag of je mag je helpen. Zeg dus niet: “Ik zal je even helpen.” Maak er een vraag van en wacht tot je antwoord krijgt. Je hoeft niet alles voor je kind te doen. Help het zo weinig mogelijk en laat het de rest zelf weer verder doen. Om een concreet voorbeeld te geven: stel dat je kind zelf sokken probeert aan te doen, maar zijn tenen er niet deftig in krijgt. Vraag dan of je mag helpen, maar help enkel bij het tenengedeelte. Geef het daarna de kans om de sokken zelf verder op te trekken. Je kan ook iets voordoen in plaats van het echt zelf te doen.
  • Vraag of je een tip mag geven. Daarna kan je een verbale aanwijzing geven.
  • Blijf rustig. Ook als je kind gefrustreerd is en toch hulp weigert. Heb respect voor zijn autonomie, maar blijf in de buurt zodat het toch beroep op je kan doen als het dat wil.
  • Haal je kind uit de situatie. Dit zou ik vooral doen in situaties waarin je kind gefrustreerd is omdat het iets nog niet mag, niet zozeer in situaties waarin het iets nieuws probeert. Probeer op zo’n moment een andere activiteit te zoeken.

Het is normaal dat ons Louise zich gefrustreerd voelt. Ze heeft het recht zich zo te voelen. Ze leert hiermee omgaan en een oplossing te zoeken. Het zou met momenten gemakkelijker zijn om het gewoon van over te nemen, maar wat zou ze daar dan van leren?