Louise zegt – peuter week 32

Louise zegt – peuter week 32

Zo van dat schattig peutergebrabbel is geweldig vind ik. Tenzij ze hetzelfde zinnetje of woordje tien keer direct achter elkaar herhalen. Ons Louise begint meer en meer woorden te gebruiken die ofwel echt verstaanbaar zijn ofwel hard lijken op wat ze bedoelt. Ik hou sommige van die woordjes ook bij een de brieven die ik naar haar schrijf, maar het leek me leuk om hier ook eens een overzichtje te delen van wat ze zegt op 19 maanden.

Als we gaan eten en ik ben in de keuken wat aan het rommelen, loopt ze soms naar de schuif waar we de eieren bewaren. Ze staat dan te wijzen en roept ondertussen de hele tijd “ei”. Hetzelfde met “ijs”, maar dan gaat ze aan de vriezer staan.

Eender waar ze een fietser of een helm ziet, wijst ze en zegt ze ofwel “tiets” ofwel “elm”.

Ze rijdt graag rond met haar loopfiets. Eén van de wieltjes heeft de neiging om er soms af te draaien. Dan komt ze zeggen “papa, maak”. Ook bij iets anders dat kapot is, zegt ze “maak”.

Als ze wilt dat er iemand van ons meekomt (meestal haar zus) dan roept ze heel luid “zussie koooom”. Grappig ook dat ze tegen ons Juliet dus “zussie” zegt. Daar is ze uit zichzelf mee begonnen en voorlopig blijft dat zo en pakken wij het mee over.

De namen van haar grootouders kan ze ook min of meer zeggen: moek, voek, oma en opa. Het grappige is alleen dat ze het woord “opa” ook gebruikt voor een gsm. We bellen tijdens de week regelmatig met oma en opa en waarschijnlijk heeft ze geconcludeerd dat een gsm een opa moet zijn omdat we dan telkens zeggen dat we naar oma en opa gaan bellen. Soms loopt ze hier door het huis op zoek naar de gsm waar ze mee kunnen spelen. Dan vraagt ze soms “opa” om aan ons te vragen waar die ligt.

Nog een paar andere losse (stukken) woordjes die ze zegt: pakken, boek, jas, thee (voor zowel thee als water), ap (voor appel of appelsap), kar (voor de bolderkar), daal (sandaal), bui (buiten), dank u (voor zowel dank u als alstublieft) …

Oh en natuurlijk ook heel veel “nee”.