Het competitieve kind

Het competitieve kind

Wat als je kind altijd eerst wilt zijn? Altijd wilt winnen? Altijd het meeste wilt hebben? Een beetje competitie kan geen kwaad en kan soms zelfs een behoefte zijn, maar vooral bij jonge kinderen is het toch belangrijk om de nadruk te leggen op samenwerken. De drang naar competitie kan afhankelijk zijn van kind tot kind en er is vaak ook verschil tussen jongens en meisjes. De onderliggende reden daarvoor komt waarschijnlijk door de geschiedenis. Mannen bleven altijd binnen hun eigen familie en streden als ridders om te winnen. Vrouwen moesten wat socialer zijn, minder competitief omdat ze naar een andere familie “verhuisden” nadat ze trouwden.

Maar goed, ik wijk af. Niet enkel het kind zelf, maar ook de omgeving oefent heel wat invloed uit op de mate van competitiviteit. Aangezien we vooral invloed hebben op de thuissituatie geef ik vandaag wat stof tot nadenken.

Tips om om te gaan met je competitieve kind
  • Wakker jij thuis de competitie of het vergelijken aan? “Kijk eens, X is al klaar.” “Wie is er als eerste klaar?” “X kleurt al binnen de lijntjes, maar jij nog niet.” Allemaal voorbeelden die in sommige huishoudens regelmatig passeren. Leg in de plaats daarvan de focus op samenwerken. “We gaan ons klaarmaken om naar school te vertrekken.” “Binnen vijf minuten gaan we naar boven. Er ligt nog veel speelgoed op de grond. We gaan dat samen even opruimen.” Soms wordt competitiviteit ingezet om iets snel te laten gebeuren zoals het opruimen. “Wie kan de meeste blokken in de doos doen?” is een zin die dan weleens gebruikt wordt. Ik zie daar het nut van in, maar zou het anders inzetten. Laat het dan een samenwerken zijn van de kinderen om jou als ouders te verslaan. En zorg er dan ook voor dat ze winnen waardoor het meer over een machtsomkeerspel gaat.
  • Verleg de focus naar zichzelf als ze zich vergelijkt met iemand anders. Heel wat kinderen vergelijken zich met anderen. “Zij heeft twee snoepjes en ik maar één.” We zijn vaak geneigd om alles eerlijk te verdelen, maar dat is niet per se nodig. Om te beginnen is het jammer genoeg niet allemaal eerlijk verdeeld in de wereld en moeten ze hiermee leren omgaan. Daarnaast is wat het ene kind nodig heeft op bepaalde momenten misschien meer dan wat het andere kind nodig heeft. Kinderen gelijkwaardig behandelen is niet hetzelfde als kinderen hetzelfde geven.
    Maar om terug te komen op het verleggen van de focus: erken hun gevoel en wat er achter zit zonder er anderen bij te betrekken. “Ik hoor dat je er nog graag zou gehad hebben. Je hebt echt zin in nog meer snoepjes.” Laat ruimte voor frustratie.
  • Beschouw spullen als gemeenschappelijk goed. Vooral binnen je gezin dan. Wij hebben zo goed als geen speelgoed dat maar van één kind is. Wanneer iemand iets krijgt dan is dat daarom niet per se “haar” pop. De pop is van ons en er kan door iedereen mee gespeeld worden. Dat betekent niet dat ze ook moeten delen. Soms wilt één van de meisjes graag alleen spelen of willen ze graag met die specifieke pop spelen. Dat is prima. De andere vertel ik dan dat zij ermee kan spelen als zus klaar is. In 90% van de gevallen gaat dat goed en wisselen ze zelf. De overige 10% is er wat meer hulp van mij nodig als het gaat over wiens beurt het nu is.
    Kleine kanttekening: als er andere kinderen bij ons op bezoek komen, vraag ik vooraf wel of ze speelgoed apart willen zetten omdat ze niet willen dat er andere kinderen aankomen. Ik vind dat een andere situatie dan binnen ons gezin.
  • Gebruik valsspelen als verbindend spel. Janneke van De Spelkamer schreef er onlangs deze post nog over op Instagram. Als je regelmatig spelletjes speelt thuis, zou ik aanraden om op zoek te gaan naar de coöperatieve spelletjes zoals De Boomgaard, Party voor Rosalie of Max de kat.
  • Zet in op de groeimindset. Als ze zich vergelijken, maar ook als ze gefrustreerd opgeven omdat ze iets niet kunnen, zet dan in op het kunnen leren. Nu kunnen ze iets nog niet, maar door te oefenen en te leren kan dat misschien wel lukken. Leef dat ook voor. Als jij elke keer aan je partner vraagt om de fietsbanden op te pompen omdat jij dat niet kan, is dat iets dat je kind gaat overnemen. Laat in de plaats daarvan zien dat jij het wilt kunnen, vraag uitleg aan je partner en probeer het zelf.
  • Let op je taalgebruik en intentie. Kinderen die van een voetbaldwedstrijd terugkomen, krijgen vaak de vraag of ze gewonnen hebben. Verleg de focus naar plezier en vraag of het een leuke wedstrijd was en ze plezier gehad hebben.

Zoals bij alles is dit iets dat ingebakken is omdat het standaard is in onze samenleving. Door je er bewust van te worden en er zo mee om te gaan, ga je stilaan een verandering merken.