Vandaag waren we op een evenement. ’t Was buiten te doen met best veel volk, maar er was heel wat ruimte en er was veel te doen. Op een gegeven moment wou mijn dochter graag aan de borst drinken. Ze is ondertussen “al” twee jaar dus dat is niet meer een leeftijd waarop nog veel kindjes drinken. Soms wimpel ik het dan af, maar vandaag niet. Terwijl ik daar zo zat, was ik wat in ’t rond aan ’t kijken. Niet specifiek aan het speuren of er iemand keek, maar gewoon wat rond kijken. Mijn blik kruiste die van een man en toevallig zag ik hem dus wel iets langer kijken dan dat nodig was. Uiteraard heb ik geen idee of en wat die man er (iets) van dacht, maar mij zette het wel aan het denken.

Ik ben borstvoeding beginnen geven onder het mom van “we proberen het wel”, maar niet ten koste van alles. Op dat moment kende ik twee vriendinnen die het allebei een paar weken gedaan hadden en één iemand in de familie die het geprobeerd had, maar waarbij het niet gelukt was. Ik denk niet dat ik al veel borstvoedende mama’s gezien had en ook op social media volgde ik toen niemand die het deed. Zelf heb ik enkel flesjes gekregen dus ook mijn eigen mama had er geen ervaring mee. En toch … Ik voelde vanaf die allereerste keer dat het iets was dat ik wou doen. Moest doen zelfs. Want hoewel ik me had voorgenomen dat ik het niet ten koste van alles ging doen, heb ik er wel veel moeite voor moeten doen die eerste weken. Ik had veel pijn, was onhandig en kreeg na een paar dagen kloven. Dat zorgde ervoor dat ik 48 uur lang kolfde en daarna overschakelde op tepelhoedjes. (Eeuwig respect voor mama’s die voltijds kolfden.) Een tijdje at ik koemelkvrij omdat het erop leek dat ze daar niet tegen kon. Gelukkig leerde zowel ik als de dochter al doende en was dat allemaal na een paar weken niet meer nodig. Om maar te zeggen dat het geen fluitje van een cent was in het begin. Ik had toen kunnen overschakelen naar poedermelk en dat was helemaal prima geweest, maar niet voor mijn gevoel.
Misschien was dat ook wel wat het me zo gemakkelijk maakte om ook in het openbaar borstvoeding te geven: die overtuiging dat ik het écht wou doen (lukken). Ik beschouw mezelf eerder als preuts, maar toch heb ik me nooit geschaamd om te voeden in het openbaar. Ik denk dat ik helemaal in het begin een paar keer een doek gebruikt heb om over ons te leggen, maar dat vond ik meer gedoe dan dat het helpend was dus die heb ik op den duur gewoon achterwege gelaten. Ondertussen ben ik er zo handig in geworden én ben ik meestal ook handig gekleed waardoor je er amper iets van ziet en het voor een buitenstaander misschien zelfs gewoon lijkt alsof haar knuffel of in slaap wieg. Tot ze wat beter kijken zoals daarstraks dan toch.
En hoewel ik het nu dus niet meer zo vaak doe, blijf ik dat voeden in het openbaar wel belangrijk vinden. Ik heb persoonlijk nog niet zo vaak een borstvoedende mama gezien. Wel in de familie, maar een wildvreemde? Ik kan me nu één iemand voor de geest halen, maar voor de rest… Als het over grotere kindjes gaat, heb ik het zelfs nog helemaal niet gezien. ’t Is nu niet dat ik het specifiek als mijn missie zie, maar ik hoop toch een klein steentje te kunnen bijdragen aan het normaliseren van borstvoeding (bij grotere kindjes).