Je kan zelfstandigheid niet afdwingen

Je kan zelfstandigheid niet afdwingen

Onze kinderen worden vaak plantrekkers genoemd. Dat zijn ze ook en ik geloof dat dat deels door de manier waarop we hen opvoeden komt. Ik deel misschien niet meer zo heel veel over Montessori thuis, maar het is nog steeds wel een deel van ons leven. Nog elke dag bieden wij de meisjes de mogelijkheid om dingen zelf te doen, om ons te helpen en om nuttig werk te doen. Ik geloof dat niet alleen onze kinderen dat willen en kunnen, maar dat alle kinderen dat willen en kunnen.

Er is echter één grote maar: “de mogelijkheid bieden” is iets anders dan dwingen. En daar durft het weleens fout te lopen. Ook ik heb me daar al schuldig aan gemaakt. Ik weet dat mijn kinderen hun kleren zelf kunnen aandoen, dus moeten ze dat maar doen. Maar zo werkt het niet. Ze zijn nog kind en hebben met momenten nood aan verbinding door bv. hulp te vragen. Ook al kunnen ze iets al zelf.

Ik heb soms het gevoel dat zo snel mogelijk zelfstandig zijn een opvoeddoel is geworden of zo. En vaak betekent dat dan dat een kind vooral niet te afhankelijk mag zijn van zijn ouders. Baby’s moeten zo snel mogelijk alleen slapen en liefst ook nog de hele nacht door. Peuters mogen vooral niet te hangerig zijn en kleuters die wenend afgezet worden aan de schoolpoort, die moeten er maar aan wennen. Om nog maar te zwijgen van het trainen van kinderen: potjestraining, slaaptraining … Liefst van al met een beloningssysteem erbij.

Alleen is zelfstandig zijn niet iets dat je kan forceren. Dat lijkt misschien wel zo. Er zijn baby’s die zelf in slaap kunnen vallen nadat ze eerst een paar avonden aan een stuk alleen wenend doorbrachten. Het punt is alleen dat die baby’s niet meer of minder zelfstandig zijn dan diegene die dat niet doen. Die baby’s hebben geleerd dat er niemand komt als ze wenen. Het gevolg is geen zelfstandigheid, maar het wegstoppen van gevoelens, het geen hulp meer vragen en andere manieren zoeken om om te gaan met die onzekerheid en onveiligheid.

Het is onze job als ouder om ons kind te begeleiden. En daar hoort soms geklungel en frustratie bij. Een kind ervaart meestal frustratie als het iets nieuws leert. Maar het kan niet de bedoeling zijn dat een kind ervaart dat het helemaal op zichzelf aangewezen is en dat er geen hulp komt als het dat vraagt of nodig heeft.

Zelfstandigheid komt vanzelf als een kind daar klaar voor is. Op z’n 16 zal je zijn veters echt niet meer moeten strikken. En bij jou in bed slapen zal dan hoogstwaarschijnlijk ook niet meer gebeuren. Net zoals bij vele processen is dit er ook één dat stapsgewijs vanzelf gaat. Kijk naar wat je kind vraagt en nodig heeft en ga daarop in.

Moedig zelfstandigheid aan en ondersteun het, maar forceer niks.

Er komt misschien een dag waarop ze je niet meer (voor alles) nodig hebben en jij stilletjes terugverlangt naar de tijd waarin dat wel zo was.