vertragen · verbinden · verwonderen

Een “winkeltje” in mijn kelder

Onze kelder is eigenlijk een kruidenierswinkel in het klein. Er liggen regelmatig groenten uit de moestuin, er staan emmers met bloem en meel en anderen producten die ik in bulk koop. Hoe, wat, waar en wanneer leg ik in deze blog uit.

Een paar jaar geleden kwam er in een buurgemeente een verpakkingsvrije winkel. In het begin ging ik daar een paar dingen halen zoals havermout, noten en bloem. Ik ging elke twee weken met m’n potten langs en kocht dan wat ik nodig had voor de volgende twee weken. Het gebeurde dat er eens iets op was voordat ik terug ging en soms wat dat vervelend.

Dan kwam er een moment dat ik een workshop volgde rond zelfredzaamheid (die ondertussen niet meer gegeven wordt door de persoon in kwestie). Daarin kwam de schaal van vrijheid aan bod en het besef dat vrijheid samenhangt met zelf verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat ik niet afhankelijk ben van één instantie. Op het vlak van voedsel betekent dat dan bijvoorbeeld om voor langere tijd een voorraad te hebben in tegenstelling tot maar voor twee dagen eten in huis te hebben. In een podcast hoorde ik ooit iemand vertellen dat haar grootmoeder maar twee keer per jaar naar een supermarkt ging. Dan werd er een grotere voorraad ingeslagen van die producten die nodig waren en voor de rest maakten/kweekten ze zelf of gingen ze langs bij lokale boeren of winkels.

Het intrigeerde me en viel wat samen met zelf meer in groenten willen voorzien. Ik begon dus met lezen over de moestuin en een planning maken om nog zo weinig groenten te moeten kopen. Dat werk is nog steeds gaande want ik heb geen basiskennis om van te vertrekken of zo. Als kind heb ik nooit in een moestuin rondgelopen of geholpen want we hadden dat niet. Maar ik leer al doende (en heb mijn vriend als hulp die wel meer opgegroeid is met moestuin).
Ik begon ook meer brood te bakken aangezien ook de meisjes zelfgebakken brood mee begonnen eten. Hetzelfde gebeurde met havermout: waar ze vroeger soms eens havermout aten, eten ze het nu elke dag. Daardoor kwam ik niet meer toe met de hoeveelheden bloem en havermout die ik tweewekelijks bij de verpakkingsvrije winkel ging halen. Het was tijd voor de volgende stap.

Ik verzamelde in totaal 11 van die grote emmers van mayonaise uit de frituur en bestelde bij de verpakkingsvrije winkel 25kg havermout en 25kg bloem. Voor allebei heb ik vijf emmers nodig. Dat laat er nog één over om te vullen met 5kg speltmeel. Daarnaast laat ik een kleinere emmer vullen met rietsuiker bij diezelfde winkel. Ik breng olijfolie, pasta, quinoa, noedels en rijst mee voor een langere periode en bewaar die in potten in de kelder. Ook gedroogd fruit en noten breng ik voor minstens een maand mee en staat in “mijn winkeltje”. Dat wordt aangevuld met groenten uit de tuin en ingemaakte groenten als rode biet en komkommer (die eveneens in de kelder staan).

En dan hebben we de vriezer nog die gevuld is met verse soepen, groentjes (allebei grotendeels uit de tuin) en vlees dat we in grote hoeveelheden om de zoveel maanden gaan kopen bij een lokale boer.

Fruit gaan we bij de lokale fruitwinkel kopen en voor de zuivel haal ik wekelijks geiten- en koemelk bij een boer in de buurt. Daar maak ik deels yoghurt van. Ook geitenkaas kopen we bij die boer.

Vroeger maakten we elk weekend een weekmenu en gingen aan de hand daarvan boodschappen doen. Tegenwoordig maken we niet meer echt een weekmenu maar kijken we naar wat we in huis hebben. Boodschappen in de supermarkt worden nog om de twee weken gedaan om andere zaken als chocolade, tomatenpuree en diepvriesproducten te kopen.

Ik doe dit trouwens niet zodat we voorbereid zijn op “een grote ramp” zoals dat bv. in Amerika of zo weleens gezegd wordt. Voor mij heeft deze manier van in ons voedsel voorzien een grote meerwaarde omdat we veel zelf maken en weten waar het vandaan komt, we weinig tot geen eten weggooien op deze manier en het gewoon goed voelt.