π Je kind is vaak boos “om niets”.
π Je wilt niet straffen, maar weet niet goed hoe je anders kan omgaan met lastig gedrag.
π Je loopt vast in een bepaalde situatie (bv. slapen, eten, ruzies …) en weet niet meer wat te doen.
π Je wilt grenzen op een liefdevolle manier aangeven en hebt het gevoel nu vaak dingen te zeggen of doen die je niet wilt zeggen of doen.
π Je voelt dat een school misschien niet de ideale plaats is voor je kind, maar thuisonderwijs lijkt zo’n grote stap.
π Je weet dat je thuisonderwijs wilt geven, maar je voelt je er nog onzeker bij.
π Je geeft thuisonderwijs, maar twijfelt over je aanpak.
π Je vindt het fijn om niet alles zelf te moeten bedenken bij thuisonderwijs en maakt graag gebruik van ideeΓ«n van anderen.